Kikkerdril in de klas: Een educatieve reis

Kikkerdril in de klas: Een educatieve reis

In maart en april hoor je ze alweer volop, kikkers! Ze beginnen dan met het leggen van klompen eitjes die we kikkerdril noemen. Het is ontzettend leuk om zo’n bak met kikkerdril in de klas te hebben staan en de ontwikkeling van eitje tot kikker met de hele klas te volgen.

Voordat je kikkerdril in de klas introduceert, is het belangrijk om je te beseffen dat er regels zijn om de inheemse amfibiepopulaties te beschermen. Je mag kikkerdril van de bruine en groene kikker gebruiken voor educatieve doeleinden. Maar zodra de kikkers volledig ontwikkeld zijn, met vier pootjes en zonder staart, ben je verplicht om ze uit te zetten waar het dril vandaan is gekomen. Je mag ze dus niet behouden als klassendier.

Een geschikt onderkomen is cruciaal voor de gezondheid van de kikkerdril en de latere kikkervisjes. Een ruime doorzichtige bak met schoon, chloorvrij water, zand en/of kiezels op de bodem en waterplanten biedt een veilige omgeving. Zodra de kikkervisjes poten gaan ontwikkelen krijgen ze ook longen. Ze moeten vanaf dat moment ‘aan land’ kunnen komen. Je kunt hiervoor een grote steen in het aquarium leggen of bijvoorbeeld met stukken kurk drijvende elementen maken. Ze kunnen echter niet uit het water springen. Dus let er op dat ze er op kunnen klauteren. Het water dat je gebruikt is bij voorkeur water uit de sloot of vijver waar je het kikkerdril vandaan hebt. Daarvan weet je zeker dat het geschikt is voor de jonge kikkers. Neem ook een aantal waterplantjes mee zodat je de natuurlijke omgeving nabootst. Deze plantjes helpen bovendien met het vormen van zuurstof. Je zult het water geregeld moeten verversen, minimaal twee keer per week. Dit doe je door de kikkervisjes even in een apart bakje te doen, een groot deel van het oude water uit de bak te halen en terug in de sloot te gooien en de bak aan te vullen met vers slootwater.  Het is ook belangrijk dat de bak voldoende licht krijgt maar niet de hele dag in de volle zon staat, omdat de kleine hoeveelheid water dan te snel op warmt.

Uiteraard moeten de kikkervisjes ook eten. Het is daarom verstandig om niet al te veel eitjes in de bak te stoppen. Een stuk of tien kikkervisjes is al prachtig! Je kunt ze voeren met stukjes sla, andijvie, een schijfje komkommer, paardenbloem, weegbree en visvoer. Voer niet te veel in een keer want dan vervuild het water heel erg snel, wat uiteraard niet gezond is voor de kikkervisjes.

De transformatie van kikkerdril naar kikker is fascinerend. Leerlingen kunnen observeren hoe de kikkervisjes uitkomen, ledematen ontwikkelen, uiteindelijk hun staart kwijtraken en volledig metamorfoseren tot volwassen kikkers. Dit proces biedt een praktische les in biologie en de levenscyclus van amfibieën. Het gehele proces duurt zo’n 7 weken. Denk dus van tevoren goed na hoe de dieren in die weken verzorgd worden.

Er zijn tal van activiteiten om leerlingen te betrekken bij het leerproces. Laat de kinderen bijvoorbeeld om de dag een tekening maken van hoe de (toekomstige)kikkers er uit zien en maak zo een tijdlijn in de klas, houd een dagboek bij, of trek het project breder en behandel ook welke rol amfibieën spelen binnen een ecosysteem.  

Het uitzetten van de kikkers terug in de natuur is een mooie afsluiting van het project en een kans om samen met de kinderen te kijken naar de natuurlijke habitat van de kikkers.

Kikkerdril in de klas is niet alleen educatief op het gebied van biologie maar ook een verrijkende ervaring die leerlingen leert over verantwoordelijkheid, zorg voor levende wezens en de wonderen van de natuur.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.